Veel mensen ondernemen een afvalpoging maar raken dan ontmoedigd omdat het afvallen niet lukt. Het gewicht blijft hetzelfde of neemt nauwelijks af, wat ontzettend demotiverend is. Er zijn verschillende mogelijke oorzaken voor afvallen wat niet lukt. In dit artikel zullen we deze behandelen.
Reden #1: Je eet nog steeds teveel
Dit is de meest voor de hand liggende reden. Je eet misschien wel minder dan normaal maar dat kan nog steeds meer zijn dan wat je lichaam verbrand. Waar het vaak mis gaat zijn de tussendoortjes. Tussendoortjes, zeker de kant-en-klare, bevatten vaak veel meer calorieën en suikers dan je denkt. Een onschuldig ogend reepje bevat vaak meer calorieën dan een paar boterhammen. En vaak zitten er in tussendoortjes ook veel suikers. Zo bestaat ontbijtkoek voor 40% uit suiker terwijl dat vaak gezien wordt als verantwoord tussendoortje.
Reden #2: je eet de verkeerde dingen
Je kunt minder calorieën zijn gaan eten en desondanks niet afvallen. Dit kan te maken hebben met dat er teveel (toegevoegde) suikers in je dieet zitten. Wil je afvallen dan is het zaak dat je geen pieken in de bloedsuikerspiegel krijgt. Zodra je koolhydraten (suikers) hebt gegeten maakt het lichaam insuline aan. Dit hormoon zorgt ervoor dat je cellen de glucose uit de bloedbaan kunnen opnemen waarna de bloedsuikerspiegel weer daalt naar een normaal niveau. Heb je hoge insulinewaarden dan zal je lichaam vet willen opslaan en vasthouden. De sleutel tot succesvol afvallen is dan ook die insulinewaarden zo laag mogelijk houden. Alleen dan zal je lichaam vet kunnen verbranden waardoor je afvalt.
Pieken in de bloedsuikerspiegel ontstaan door het eten van snelle suikers of door het eten van grote hoeveelheden koolhydraten. Een onschuldig plakje ontbijtkoek bevat zoveel snelle suikers dat dit voor een grote piek in de bloedsuikers zorgt. Het is daarom zaak om toegevoegde suikers en geraffineerde koolhydraten te vermijden en je koolhydraten te betrekken uit bronnen die langzame koolhydraten bevatten. Langzame koolhydraten zijn complexe koolhydraten die het lichaam langzaam afbreekt en geen grote pieken in de bloedsuiker geven maar langzaam aan het bloed worden afgegeven.
Langzame koolhydraten zitten in volkoren granen, zoete aardappel, groenten, peulvruchten en zilvervliesrijst.
Reden #3: je bent toch goed bezig
Als je begint met afvallen dan kan je gewicht nog wat schommelen. Dat is normaal. Vaak is te zien dat mensen wel 3 of 4 kilo afvallen in de eerste week. Dit komt door het verlies van voornamelijk vocht. Als je gaat lijnen dan ga je minder koolhydraten eten. Hierdoor nemen je glycogeenvoorraden af. Glycogeen is vorm waarin glucose (koolhydraten) in het lichaam worden opgeslagen. Glycogeen heeft de eigenschap om veel vocht vast te houden. Met het verminderen van de glycogeenvoorraden zal er veel vocht worden afgevoerd. Nu kan je in week 2, bijvoorbeeld, ineens weer een paar kilo aankomen, dit omdat je misschien weer wat meer koolhydraten hebt gegeten en de glycogeen voorraden weer worden aangevuld. Waarmee je weer meer vocht vasthoud. De weegschaal kan dan misschien verontrustende waarden aangeven maar in werkelijkheid ben je wel vetmassa aan het verliezen, en daar gaat het uiteindelijk om als je af wilt vallen.
Verder kan je hormoonhuishouding aardig overhoop raken als je gaat afvallen. Er ontstaat een (tijdelijke) disbalans waardoor je lichaam meer vocht kan gaan vasthouden. Na een aantal weken zal de hormoonhuishouding een nieuwe balans hebben gevonden waardoor je ineens veel gaat afvallen. Het is daarom zaak om de moed niet snel op te geven als je gaat lijnen en vooral door te gaan en niet op te geven.
Bedenk ook dat het normaal is dat je lichaamsgewicht met enkele kilo’s omhoog of omlaag kan schommelen. Dit is zeker van toepassingen voor vrouwen vanwege de menstruatiecyclus waarin de hormoonhuishouding constant aan verandering onderhevig is.
Reden #4: medicijn gebruik
Bepaalde medicijnen zijn er om beducht dat deze zorgen voor gewichtstoename. Indien je deze medicijnen gebruikt dan kan het zelfs ondanks een streng dieet erg moeilijk zijn om af te vallen. Het is teveel om al deze medicijnen op te noemen maar als je medicijnen gebruikt die vallen onder antidepressiva, diabetes medicijnen, reumamiddelen, schildkliermedicijnen, anticonceptiepil of insuline injecties dan kan je het beste de bijsluiter hier goed op nalezen. In overleg met je behandelend arts kan je eventueel bekijken of er een alternatief medicijn mogelijk is wat niet deze vervellende bijwerking heeft.
Reden #5: verstoorde suikerstofwisseling
Indien je behoorlijk overgewicht of obesitas hebt dan kan het zijn dat je lichaam ongevoelig voor insuline is geworden. Hierdoor maakt je lichaam meer insuline aan dan normaal gesproken nodig zou zijn om glucose uit de bloedbaan op te kunnen nemen. Door de hoge insulinespiegels zal je lichaam vet vasthouden en willen opslaan. Je kunt je insulinegevoeligheid herstellen door meer te gaan bewegen. Het beste beweeg je voor een maaltijd. Voor het avondeten kan je bijvoorbeeld gaan wandelen of gaan sporten. Je bent dan ontvankelijker voor de glucose die door de maaltijd in de bloedbaan zal komen. Het herstellen van de insulinegevoeligheid is een lang proces waarbij je de moed niet moet opgeven. Naarmate je meer afvalt zal de insulinegevoeligheid verbeteren maar dat afvallen gaat juist zo lastig als je insulinegevoeligheid nog zo slecht is. Beweging is daarom belangrijk en een eliminatie van toegevoegde suikers en geraffineerde koolhydraten uit je dieet.
Reden #6: een trage schildklier
Wil niets helpen dan zou het kunnen dat er een medische oorzaak is voor het niet kunnen afvallen. Een oorzaak die relatief vaak voorkomt is een trage schildklier. Een trage schildklier kan komen door een jodiumgebrek. Jodium is een sporenelement wat in slechts weinig voedingsmiddelen voorkomt. Om deze reden wordt bakkerszout verrijkt met jodium zodat het in ons brood zit en de meeste mensen het automatisch binnen krijgen. Indien je geen brood eet dan zou het dus kunnen dat je een jodiumtekort hebt. Bij een jodiumtekort kan je gebruik maken van supplementen (kelptabletten).
Naast een jodiumtekort zijn er tal van andere medische oorzaken die ten grondslag kunnen liggen aan een traag werkende schildklier. Dit kan door een huisarts onderzocht worden door middel van een bloedonderzoek. In veel gevallen kan door middel van medicatie de werking van de schildklier hersteld worden zodat het afvallen ook weer lukt en veel gezondheidsklachten weer zullen verdwijnen.